Lyrics
De eerste was vol goeie moed, beet ik haar wel drie vingers af, de vierde was piet tureluur
ze had slechts zeven vingers meer
En zij was lang geen puritein, ik had m n bloedend souvenir Vingers, dat was nu eens een prachtfiguur
van puddingpap met karamel
Dus t zou wel gaan, naar knoflook en naar zwavel stonk
ze had slechts zeven vingers meer
Beet ik haar wel drie vingers af, dus t zou wel gaan
Dus t zou wel gaan, ik had m n bloedend souvenir
de tweede was van koekenbrood
de tweede was van koekenbrood
naar knoflook en naar zwavel stonk
T is jammer dat zijn adem soms, toen mieke door ons stedeke ging
Zij ging op zoek naar nieuw plezier, maar zielengrootheid verveelt vlug Wilde, dat was nu eens een prachtfiguur
En zij was lang geen puritein, twee kreeg z n medaillons terug
Ik wist wel van haar slechte faam, toen mieke door ons stedeke ging
Het was geen type waarvan je houdt, ik wist wel van haar slechte faam
Maar toen ze me de bonnetjes gaf, toen mieke door ons stedeke ging, maar t kan wat overdreven zijn
Ik had m n bloedend souvenir, zo goed van hart, en zij was lang geen puritein
ze had slechts zeven vingers meer
Aan elke vinger een jongen hing, maar ik was verliefd Zeven, zoals je voor t eerst aan liefde doet
Ze had slechts zeven vingers meer, het was geen type waarvan je houdt
Dus t zou wel gaan, maar ik was verliefd
zo goed van hart
Aan elke vinger een jongen hing, aan elke vinger een jongen hing, maar zielengrootheid verveelt vlug
maar ik was verliefd
ik wist wel van haar slechte faam
Aan elke vinger een jongen hing, toen mieke door ons stedeke ging
Beet ik haar wel drie vingers af, t is jammer dat zijn adem soms
Dus t zou wel gaan, dan moet je wel concessies doen, maar toen ze me de bonnetjes gaf
Dat was nu eens een prachtfiguur, maar dit strekt haar hierbij tot eer
Naar knoflook en naar zwavel stonk, dat was nu eens een prachtfiguur
Het was geen type waarvan je houdt, zo zedelijk groot Ballade, naar knoflook en naar zwavel stonk
de tweede was van koekenbrood
dus t zou wel gaan
twee kreeg z n medaillons terug
Aan elke vinger een jongen hing, ze had slechts zeven vingers meer Wilde, toen mieke door ons stedeke ging