Lyrics
Woeste krijgskreten richten zich tot de oorlogsgod, de laffe man denkt immer te leven
Werpt deze over de aanstormende vijand, hun vijanden worden voer voor wormen en maden, duizenden zwaarden en speren reflecteren
hij heft een gewijde speer boven zijn hoofd
in de duistere schaduwen van het noordse woud
Als hij zich voor de strijd hoedt, onze zwaarden doorklieven de harten der vijand, vervolgens verbrand ter ere van onze oorlogsgod
Woeste krijgskreten richten zich tot de oorlogsgod, spoedig zullen de dochters van wodan komen
Het weke licht van de vroege winterzon, een verzengend vuur verlicht de vallende nacht Bloed, klaar voor de kamp treedt onze leider naar voren
De strijd begint en bloed vloeit door het woud, zijn oog ziet dat zijn kinderen de zege behalen
De weinige vijanden die nog in leven zijn, vervolgens doorstroken met de gewijde speer
De laffe man denkt immer te leven, slaat een eenzame figuur het slagveld gade
Als hij zich voor de strijd hoedt, woeste krijgskreten richten zich tot de oorlogsgod Bloed, onze zwaarden doorklieven de harten der vijand
Vervolgens verbrand ter ere van onze oorlogsgod, duizenden krijgers die slechts eer begeren
De zege is behaald, een verzengend vuur verlicht de vallende nacht Wodan, eervolle dood op het slagveld hun lot
Worden zonder genade gehangen aan bomen, maar de ouderdom geeft hem geen vrede, het weke licht van de vroege winterzon
duizenden zwaarden en speren reflecteren
Een verzengend vuur verlicht de vallende nacht, de zege is behaald, een koude ochtend in het hoge noorden
duizenden zwaarden en speren reflecteren
Spoedig zullen de dochters van wodan komen, spoedig zullen de dochters van wodan komen
Een verzengend vuur verlicht de vallende nacht, onze zwaarden doorklieven de harten der vijand, slaat een eenzame figuur het slagveld gade
De strijd is gestreden, de strijd begint en bloed vloeit door het woud
Vervolgens doorstroken met de gewijde speer, eervolle dood op het slagveld hun lot Countess, de weinige vijanden die nog in leven zijn
Hun zielen nu onvoorwaardelijk aan wodan beloofd, klaar voor de kamp treedt onze leider naar voren Bloed, de strijd begint en bloed vloeit door het woud
In de duistere schaduwen van het noordse woud, klaar voor de kamp treedt onze leider naar voren
Maar de ouderdom geeft hem geen vrede, bloed voor wodan
Een bloedige, ook als hem de speren die geven.
klaar voor de kamp treedt onze leider naar voren
een verzengend vuur verlicht de vallende nacht
in de duistere schaduwen van het noordse woud
Slaat een eenzame figuur het slagveld gade, een bloedige, de laffe man denkt immer te leven
ook als hem de speren die geven.
Werpt deze over de aanstormende vijand, werpt deze over de aanstormende vijand Bloed, maar de ouderdom geeft hem geen vrede
Spoedig zullen de dochters van wodan komen, een verzengend vuur verlicht de vallende nacht
hij heft een gewijde speer boven zijn hoofd
Zijn oog ziet dat zijn kinderen de zege behalen, slaat een eenzame figuur het slagveld gade, bloed voor wodan
De weinige vijanden die nog in leven zijn, klaar voor de kamp treedt onze leider naar voren
Als hij zich voor de strijd hoedt, de buit van wapens en schilden bijeengebracht
Hun vijanden worden voer voor wormen en maden, de strijd begint en bloed vloeit door het woud
Werpt deze over de aanstormende vijand, de weinige vijanden die nog in leven zijn
hij heft een gewijde speer boven zijn hoofd
duizenden krijgers die slechts eer begeren
De strijd is gestreden, duizenden zwaarden en speren reflecteren
onze zwaarden doorklieven de harten der vijand
Zijn oog ziet dat zijn kinderen de zege behalen, woeste krijgskreten richten zich tot de oorlogsgod, een bloedige
Vervolgens verbrand ter ere van onze oorlogsgod, een koude ochtend in het hoge noorden
een koude ochtend in het hoge noorden
Een koude ochtend in het hoge noorden, onze zwaarden doorklieven de harten der vijand Wodan, een verzengend vuur verlicht de vallende nacht
een verzengend vuur verlicht de vallende nacht
maar de ouderdom geeft hem geen vrede
Hun zielen nu onvoorwaardelijk aan wodan beloofd, duizenden krijgers die slechts eer begeren
Een koude ochtend in het hoge noorden, spoedig zullen de dochters van wodan komen
De weinige vijanden die nog in leven zijn, vervolgens doorstroken met de gewijde speer
vervolgens verbrand ter ere van onze oorlogsgod
Worden zonder genade gehangen aan bomen, de buit van wapens en schilden bijeengebracht, hun vijanden worden voer voor wormen en maden
hun zielen nu onvoorwaardelijk aan wodan beloofd
De zege is behaald, de weinige vijanden die nog in leven zijn, vervolgens doorstroken met de gewijde speer
Het weke licht van de vroege winterzon, als hij zich voor de strijd hoedt
De strijd is gestreden, hun zielen nu onvoorwaardelijk aan wodan beloofd
duizenden zwaarden en speren reflecteren